Uit de wereld van prostitutie – Dana
Geschreven door Elise Meester
Ze oogt kalm. Dana (29) zit voor me in een dikke trui, ook al is het lente. Stoere bril, mooi en slim gezicht. Dana is moeder van een 9-jarig jongetje. Wanneer ze praat schieten haar ogen alle kanten op. Slechts af en toe kijkt ze me aan.
Dana, vertel me iets over vroeger. Hoe groeide je op?
‘’Ik groeide op in een arm gezin. Ik heb een broertje, hij is twee jaar jonger en een zusje die 8 jaar jonger is. Omdat ik de oudste was moest ik voor hen zorgen. Al vanaf dat ik 10 jaar was deed ik alles in huis. Ik kookte, deed de was, maakte schoon. Mijn moeder was altijd aan het werk, om de eindjes aan elkaar te knopen had ze twee banen. Soms was ze hele dagen weg. Uit huis om 5 uur nachts en weer thuis om 11 uur ‘s avonds. Toen ik 16 was stopte ik met school en begon te werken. Ik gaf alles aan mijn familie. Ik hield nog geen euro van wat ik verdiende. Ik verdiende zo’n 120 euro per maand.’’
En je vader? ‘’Thuis. Hij was thuis maar niet op een positieve manier.’’
Ze kijkt weg. ’’Hij dronk heel veel. Dan werd hij agressief. Met zijn woorden maar ook fysiek misbruikte hij ons. Hij zei dan: ‘’Ik ben de man, je moet doen wat ik zeg.’’ Hij lag meestal in bed, dronken, TV te kijken. En mij opdrachten te geven: doe dit, doe dat. Hij maakte nooit echt grapjes, wij zagen hem nooit lachen. Ik kan me herinneren dat hij een keertje lachte en dat wij zo bang waren als kinderen: gaat hij nu schreeuwen? Wat gebeurd er? Toen ik 19 was kreeg ik een vriendje. Ik trok bij hem in. Maar op een dag moest hij naar de gevangenis. En toen kwam ik erachter dat ik zwanger van hem was. Dus met een baby op komst moest ik weer terug naar huis.’’
Hoe was dat? ‘’Het was nog erger dan daarvoor. Mijn vader was woest: ‘’Nu wil je ineens weer thuiskomen?’’ Er ging geen dag voorbij, tijdens mijn zwangerschap, dat hij mij niet liet huilen. Hij liet mij schoonmaken en koken, zelfs in de laatste maand van mijn zwangerschap en daarna.’’ Dana stopt. Tranen beginnen te rollen. Haar stem breekt: ‘’Ik heb mij altijd afgevraagd: gaat hij ooit van mijn zoon houden? Het maakte niet uit hoe hard ik mijn best deed. Hoe hard ik werkte, schoonmaakte, kookte. Hij leek nooit van ons te houden. Het was nooit genoeg. Op een dag had ik ruzie met mijn vader en toen zette hij ons op straat. Mijn baby was 4 maanden oud op dat moment. Het was winter. In de kou met mijn baby. Ik ben toen naar mijn tante gegaan. Na een paar weken kwam mijn moeder mij ophalen.’’
En eenmaal terug? ‘’Thuis hadden we twee kamers. In de winter verbleven we met z’n allen in één kamer, omdat het goedkoper was, dan hoefden we geen twee kamers warm te houden. Toen ik weer thuiskwam liet mijn vader mij niet in de warme kamer. Ik moest in de koude kamer blijven met mijn zoon.’’
Die nog steeds een baby was?
‘’Ja. Mijn buurvrouw bracht mij soms wat hout om ons warm te houden. En natuurlijk – ze klinkt bijna sarcastisch hier- natuurlijk ontmoette ik rond die tijd een man. Hij vertelde mij over Holland. Hij zei: ‘’Je hoeft niet zoals dit te leven. Je kan geld verdienen. Veel geld. Jouw eigen huis kopen. Een goed leven hebben.’’ Dus ik accepteerde het. Ik moest gewoon weg daar. Ik dacht: wat kan er erger zijn dan dit, hoe ik nu leef? Niets toch? Ik was toen 21.’’
Wist je wat je hier ging doen? Dat je in de prostitutie zou werken?
‘’Ja. Maar ik dacht: op de een of andere manier houd ik het wel in de hand. Met het geld kan ik mijn zoontje helpen. En mijn moeder, mijn zusje, mijn broertje. Ik stuurde geld naar huis. Zodat zij een beter leven hadden.’’
Ik hoor een maar…
‘’In het eerste jaar hier op de Wallen realiseerde ik mij: ik kan dit niet. Het is verschrikkelijk. Ik dacht dat ik het in het kon managen. Maar ik had niet eens ervaring met mannen. Ik had in mijn hele leven maar twee keer een date gehad. Ik had geen tijd voor jongens in Roemenië. Ik was altijd aan het werk.
Het eerste jaar op de Wallen was zo moeilijk dat ik terugging naar Roemenië. Maar eenmaal daar dacht ik: nee, ik moet het doen. Ik moet het gewoon in de hand houden, op de een of andere manier. Ik ging terug naar Nederland.’’
Ze pauzeert voor een moment. ‘’Als ik er lang over praat voel ik me verschrikkelijk. Zelfs toen ik nog aan het werk was waren er momenten dat ik nog met klanten was en ineens onophoudelijk begon te huilen. Het brak me vanbinnen. Iedere klant, iedere daad steelt iets van je. Ik stopte opnieuw. Ging terug naar Roemenië. Maar kwam weer terug. Terug in Amsterdam dacht ik dat het eindelijk goed ging. Ik het in de hand had. Ik begon geld te verdienen, geld om een appartement voor mij en mijn zoontje te betalen. Het plan was altijd om te stoppen.’’
Maar toen je wilde stoppen…
‘’Mijn vriendje in die tijd was op een dag weg en had al mijn geld gestolen. Toen dat gebeurde brak er iets in mij. Al die vier jaren gewerkt voor niets, ik verloor alles. De bank kon mij niet helpen, hij had het slim aangepakt. Dat was de druppel. Ik werd depressief, sloot mij af van de buitenwereld. Het enige wat ik dacht was: ‘’ik kan nooit meer naar huis.’’ Ze wacht even terwijl ze rondkijkt in de kamer: ‘’Ik lijk de woorden niet te vinden… Ik was gewoon leeg vanbinnen. Ik had geen dromen meer, geen doelen. Het enige waarvoor ik werkte was voor de huur van het appartement. En het appartement was niet eens voor mij. Het was voor mijn zoontje. Een hele lange tijd gaf ik nergens meer om.’’
Wanneer begon dit te veranderen?
Ze glimlacht. ’’Slechts een paar maanden geleden, toen ik met Bright Fame begon te praten. Weet je, ik ben er altijd voor anderen maar liet anderen er nooit voor mij zijn. Nu begin ik langzaamaan mensen weer te vertrouwen. Ik wil opnieuw beginnen maar er zijn basale dingen die in orde moeten zijn. Als corona straks over is wil ik niet terug naar de Red Light maar ik wil dat mijn financiën op orde zijn. Mijn hoop is dat ik een frisse start kan maken, een nieuw begin.’’
Wat is jouw droom? ‘’ Als klein meisje danste ik veel, zong ik, was ik altijd vrolijk. Ik zou het mooi vinden om maatschappelijk werker te worden of psychologie te studeren. Ik houd er van anderen te helpen. Zelfs al heb ik niets. Als de persoon naast mij blij is, ben ik blij.’
*Dit is een echt interview. Wij kennen Dana. Haar naam is veranderd ter bescherming.